Het is cruciaal dat het managementteam van Bpost de juiste koers kan uitzetten en kan rekenen op een efficiënte raad van bestuur. Door de raad van bestuur het voorlopig met negen in plaats van met twaalf leden te laten doen, tackelt de overheid de aandeelhouders, de raad van bestuur en het management.
Een van de taken van de overheid is de bedrijfswereld te reguleren. Volgens sommigen geldt dat alleen wanneer dat noodzakelijk is om een vrije markt te garanderen. De vrijheid van de ene stopt wanneer de vrijheid van de andere in het gedrang komt. Voor anderen gaat dit veel verder, en moet de overheid op alle vlakken haar invloed uitoefenen.
Gelet op hun samenstelling hebben onze federale en regionale regeringen blijkbaar de ambitie om de economische groei en het ondernemersklimaat te ondersteunen. Bpost is een surrealistische illustratie van hoe moeilijk politiek en bedrijfsleven combineren kan zijn.
Bpost functioneert in een bijzondere context. Het is een privéonderneming, die belast wordt met enkele wettelijke opdrachten die onder het toezicht van de overheid vallen. Er zijn spanningsvelden tussen het overheidsbeleid met betrekking tot de vrije markt en de consumentenbescherming en het aandeelhoudersbelang in Bpost, waarbij maximalisering van de aandeelhouderswaarde moet gelden.
De Belgische staat, die ongeveer 51 procent van het kapitaal bezit, heeft statutair het recht kandidaten voor te dragen voor zes bestuurdersmandaten. De zes overige bestuurdersmandaten worden toegekend aan zogenoemde volledig onafhankelijke bestuurders.
Je kan je de vraag stellen of dit een goede governanceregel is, want de referentieaandeelhouder krijgt hierdoor een substantieel gewicht in een onderneming. Ik ben eerder voorstander van regels waarbij grote en betrokken aandeelhouders het recht hebben om een aantal kandidaat-bestuurders zelf voor te dragen, uit wie gekozen moet worden. Wie beter dan de grootste eigenaar heeft het laatste woord bij grote strategische beslissingen? Behoudens natuurlijk wanneer er potentiële belangenconflicten zijn of wanneer de referentieaandeelhouder geen tegenwind krijgt van externe onafhankelijke bestuurders. Bij de bankencrisis zijn de minderheidsaandeelhouders van Belgische banken die konden rekenen op sterke referentieaandeelhouders (zoals KBC Bank) er vandaag veel beter aan toe dan de aandeelhouders van banken met een zeer verspreid aandelenbezit (zoals Fortis).
Toen waren ze nog met negen
Op 6 april 2018 werd de uitnodiging gepubliceerd voor de gewone aandeelhoudersvergadering van Bpost, die zou plaatsvinden op 9 mei. Tot grote verbazing van de overige aandeelhouders, die net geen 49 procent van het kapitaal van Bpost bezitten, werd hierin gemeld dat de Belgische staat voor de drie bestuurders die hij moest vervangen nog geen kandidaten had voorgedragen. De mandaten van die drie bestuurders waren al sinds januari vervallen, maar ze werden verlengd tot 9 mei.
Bpost probeerde zijn aandeelhouders gerust te stellen met de hoop dat de drie vervangende kandidaten toch nog bekendgemaakt zouden worden voor 9 mei. Institutionele beleggers, die hun stemgedrag op voorhand bepalen en op afstand stemmen, konden in dat geval hoe dan ook geen stem uitbrengen. Want hoe kan je voor iemand stemmen als je niet weet wie het zal zijn? Kandidaten mogen voordragen betekent ook dat je verplicht bent toe te lichten waarom dit de juiste vrouw of man is om Bpost in deze uitdagende periode te ondersteunen.
Op 9 mei werd het agendapunt uitgesteld, omdat de beslissende overheden er blijkbaar al sinds januari 2018 niet in slagen het eens te worden. Een zoveelste politieke discussie tussen partijen over benoemingen?
En de raad van bestuur? Toen waren ze nog met negen: zes onafhankelijke bestuurders en drie bestuurders die de Belgische staat indertijd heeft voorgedragen. Daarmee heeft de Belgische overheid de overige aandeelhouders, de raad van bestuur en het management van Bpost grofweg getackeld. Dat verdient een rode kaart, een videoscheidsrechter is hier zeker niet nodig.
Bpost is een beursgenoteerde onderneming. Communicatie is een essentieel onderdeel van het beleggersvertrouwen en deugdelijk bestuur is nodig.
Het postbedrijf staat voor gigantische uitdagingen, omdat zijn markt(en) in zeer snel tempo veranderen en de transformatie van de onderneming nog volop bezig is. In zo’n context is het van cruciaal belang dat het managementteam de juiste koers kan bepalen en kan rekenen op een efficiënte, deskundige en tot snelle actie gedreven raad van bestuur.
Ik wens de overblijvende bestuurders veel moed en daadkracht. Deze tackle zal voorzitter François Cornelis wellicht niet snel vergeten, want het stelt het hele team in een slecht daglicht.
Dit artikel werd als opiniestuk opgenomen door en gepubliceerd in De Tijd, L’Echo en La Libre Belgique.