Nieuws

Is de Bel 20 een representatieve indicator van de Belgische economie?

Inleiding

De Euronext Bel 20-index, die in 1990 werd gecreëerd, heeft als hoofddoel de gezondheid van onze belangrijkste nationale ondernemingen te vertegenwoordigen. De initiële referentieprijs op 30/12/1990 was 1.000 punten. Op dit moment schommelt het rond de 3.900 punten en blijft daarmee nog steeds onder zijn historisch record van 4.728 punten bereikt in mei 2007, net voor de financiële crisis.

 

Marktkapitalisatie van de free float

We horen vaak dat de Bel 20 qua omvang de 20 grootste Belgische beursgenoteerde ondernemingen vertegenwoordigt. Dit is slechts bij benadering het geval, omdat het niet gaat om de omvang van de onderneming als zodanig, maar om de omvang van haar free float, d.w.z. alle aandelen die niet tot strategische entiteiten van de onderneming behoren en derhalve daadwerkelijk op de markt verhandelbaar zijn.

De vennootschap CFE heeft dus een marktkapitalisatie van 2,75 miljard euro, maar een free float van slechts 27,5%. De waarde van de free float van CFE (€ 2,72 miljard x 27,5% = € 748 miljoen) is dus veel lager dan de waarde van de free float van Ontex, die nochtans de kleinste kapitalisatie van de Bel 20 is (€ 1,71 miljard), maar waarvan 86,0% van de aandelen verhandelbaar is.

Andere criteria voor opname in de Bel 20 zijn onder meer de snelheid van het aandeel (d.i. de liquiditeit van de free float), de verplichting om Euronext Brussels als referentiemarkt te hebben of om een belangrijke aanwezigheid te hebben in België, enz. De Steering Committee van Euronext beschikt over een zekere discretionaire bevoegdheid bij de toepassing van sommige van deze criteria.

De wegingscoëfficiënten van de bedrijven binnen de Bel 20 hangen ook af van de waarde van de respectievelijke free float, maar met een maximum gewicht beperkt tot 12% per bedrijf.

Is de Bel 20 werkelijk representatief voor onze grote nationale bedrijven? Er zijn verschillende aannemelijke redenen om hieraan te twijfelen.

Hoe representatief is de Bel 20?

Is de Bel 20 werkelijk representatief voor onze grote nationale bedrijven? Er zijn verschillende aannemelijke redenen om hieraan te twijfelen.

Ten eerste zijn de vier grootste ondernemingen in de Bel 20, Engie, ING, AB-InBev en KBC, samen goed voor 48,1% van de totale indexweging. Tegelijkertijd heeft Engie 10 keer meer gewicht dan de kleinste component (Ontex). Er zijn dus aanzienlijke wegingsverschillen binnen de index, waardoor de positie van grote ondernemingen sterk wordt geaccentueerd ten koste van kleinere ondernemingen.

Zodra we deze vier kolossen nader bekijken, merken we dat drie van hen in wezen internationaal georiënteerd zijn. Bij Engie bedroeg de Belgische bijdrage aan de EBITDA slechts 5,9% in 2017. Bij ING was in 2017 slechts 10,2% van het nettoresultaat na belastingen afkomstig van de Belgische dochteronderneming, de voormalige BBL. AB-InBev publiceert geen informatie over de bijdrage van België aan de EBITDA. Enkel de cijfers betreffende het geografisch gebied EMEA (“Europa Midden-Oosten Afrika”) worden vermeld en komen overeen met minder dan 15% van de EBITDA van de groep in 2017; kortom, de in België gegenereerde EBITDA is op groepsniveau bijna verwaarloosbaar.

Ten slotte is de banksector sectoraal gezien oververtegenwoordigd in de Bel 20. Op dit moment nemen banken een totaal gewicht van 23,7% in de index in. Volgens de eerste openbare waarderingsgegevens bij een beursgang van Belfius, zal de openbare bank ongetwijfeld opgenomen worden in het vlaggenschipindex van de Brusselse markt, wat deze ongelijkheden in representativiteit nog zal versterken.

 

Van Bel 20 naar 19, zonder Ablynx

Waarom besliste men Ablynx afgelopen maart op te nemen in de Bel 20, ook al maakte deze toen deel uit van een overnamebod?

Bij de lancering van een Overnamebod past de koers van het aandeel van de doelvennootschap zich aan de prijs aan die in het bod wordt vermeld, waarop de markt over het algemeen een bepaalde korting toepast om rekening te houden met de mogelijkheid dat het bod niet aanvaard wordt. Op de lange termijn zijn dan twee scenario’s mogelijk. Ofwel is het overnamebod een succes en zal de koers van het aandeel zich bijgevolg licht aanpassen in de richting van de koers van het overnamebod. Ofwel mislukt het overnamebod, en zou de beurskoers moeten zakken om terug te keren naar een niveau dat vergelijkbaar is met het niveau van de pre-overname. Resilux is een goed voorbeeld van een niet-succesvol overnamebod. In beide situaties zouden de variaties in de aandelenprijs van Ablynx de bredere economische context in België niet hebben weerspiegeld.

 

Conclusie

De Bel 20 is een interessante index, maar moeilijk te gebruiken voor financiële vergelijkingen tussen landen of als een echte afspiegeling van de Belgische economie. Wij zijn echter van mening dat vier elementen de kwaliteit van de representativiteit kunnen verbeteren.

Ten eerste zouden we de index kunnen heroverwegen in een Bel 25 of een Bel 30. Dit zou het mogelijk maken om het gewicht van de belangrijkste bestanddelen te beperken door meer bedrijven op te nemen. In dit opzicht hebben al onze buurlanden bredere indexcijfers (FTSE 100, CAC 40, DAX 30, AEX 25). Een wijziging van het aantal bestanddelen heeft echter tot gevolg dat het indexcijfer niet vergelijkbaar is met het verleden.

In dezelfde optiek zouden we het maximumgewicht van elk bedrijf kunnen verlagen van 12 procent naar een lagere drempel, misschien wel 8 of 9 procent.

Bovendien zouden de inclusiecriteria strenger moeten zijn en meer op België gericht, ook al betekent dit dat enkele grote namen van de index moeten worden geschrapt. Men kan zich afvragen wat nog de representativiteit en dus het belang is van het meetellen van Engie in de Bel 20, wanneer minder dan 6% van zijn EBITDA in België wordt gegenereerd!

Tot slot lijkt het ons overduidelijk dat nieuwe ondernemingen die onderworpen zijn aan uitzonderlijke omstandigheden, zoals een overnamebod, niet in de index zouden moeten worden opgenomen omdat ze de meer algemene Belgische economische context niet weerspiegelen.

Tot zover enkele ideeën om van onze nationale index een solide en representatieve indicator van de kwaliteit van onze economie te maken.

 

 

Aanverwante diensten

Oplossen van conflicten tussen aandeelhouders Dienst

Oplossen van conflicten tussen aandeelhouders

Governance en bescherming van aandeelhouders Dienst

Governance en bescherming van aandeelhouders

Waarderingen en financiële diensten Dienst

Waarderingen en financiële diensten